Psalm 146
Kees Waaijman leidt de psalm in.
1 Vier Wezer.
00 Vier, mijn ziel, Wezer,
2 vieren wil ik Wezer in mijn leven,
00 deunen mijn Machtige blijvend.
3 Veilig jullie niet in edelingen,
00 in een aardelingzoon die geen bevrijding heeft.
4 Vertrekt zijn tocht, hij keert naar zijn aarde,
00 op die dag sneven zijn vlijtigheden.
5 Welvaart wiens hulp Jakobs Machtige,
00 wiens hoop op Wezer, zijn Machtige, is.
6 Die hemel en land maakt,
00 de zee en al wat erin is,
00 die eeuwig over hechtheid waakt,
7 die schikking voor berooiden maakt,
00 brood aan hongerigen geeft,
00 Wezer die geboeiden slaakt.
8 Wezer die blinden ontluikt,
00 Wezer die gebukten schoort,
00 Wezer die met bewarenden verknocht is,
9 Wezer die over gasten waakt.
00 Wees en weduwe beurt Hij op,
00 en de weg van doemenden krookt Hij.
10 Wezer zij eeuwig koning,
00 jouw Machtige, Sion, geslacht op geslacht.
00 Vier Wezer.